Het inspirerende verhaal van Etienne, vrijwilliger in Clos Bizet

Een vrijwilliger uit de duizend!

10/06/2025

We spraken met Etienne, een innemende, creatieve man die zich als vrijwilliger inzet voor de bewoners van Clos Bizet in Anderlecht. Wat een trip!

Hoelang ben je al vrijwilliger?

De eerste keer was in de jaren 80. Dus dat is al bijna 40 jaar. Niet slecht, hè. Maar hier, in de context van het contact met ouderen, doe ik het nu zo’n acht jaar.

Waarom doe je graag vrijwilligerswerk?

Mijn motivatie komt voort uit mijn behoefte aan echte, oprechte relaties, dus zonder hiërarchie en zonder bijbedoelingen. Vanaf het begin is er geen sprake van eigenbelang.

Wat geeft jou het meeste plezier en voldoening in vrijwilligerswerk?

Ik kan mezelf zijn. Aandachtig en open zijn geeft waarde aan een uitwisseling. Mijn vreugde zit in een hallo, een glimlach, een blijk van aandacht. Ik geef dat met plezier, net zoals ik het ontvang. En dat is wat voor mij telt in vrijwilligerswerk.

Wat zijn jouw taken? Wat doe je concreet als vrijwilliger?

Hier geef ik een recyclageatelier. Maar eigenlijk is het ook een soort levensrecyclage, want terwijl we bezig zijn met artistiek geïnspireerde activiteiten, groeien we dichter naar elkaar toe. We praten, wisselen herinneringen uit… Het is een geheel. En dat geheel, ja, dat zou je kunst kunnen noemen. Want het voegt iets toe, het geeft een andere dimensie aan ons bestaan.

Heel concreet, hoe ziet dat er dan uit?

We hebben allerlei dingen gebouwd: een insectenhotel, een “trap naar de hemel” om gedag te zeggen aan wie er niet meer is – en waarvan je in theorie ook weer zou kunnen afdalen. Er was een reus, het nieuwe uithangbord van de bar… Allemaal kleine projecten, maar je ziet het resultaat. Je ziet dat mensen eraan meegewerkt hebben, met plezier. Ze zijn er trots op. En die trots vergroot ook mijn voldoening.

Wat heeft je ertoe aangezet om met vrijwilligerswerk te beginnen? Was er een concrete aanleiding of ervaring?

Mijn eerste ervaring was een houtbewerkingsatelier met jongeren met een beperking. Het was echt hun vak. En ik werd eigenlijk een beetje overtroffen door hun motivatie. Daarna begeleidde ik hen naar de Paralympische Spelen. Daar is mijn behoefte ontstaan om mensen te ontmoeten, om andere dingen te ontdekken. Ik kwam terecht tussen ingenieurs, advocaten, mensen die veel slimmer waren dan ik, jonger, ouder… En uiteindelijk heb ik zo ook mijn talen geleerd. Het heeft mij echt doen groeien.

Je zegt dat je zelf veel hebt geleerd door andere mensen te ontmoeten. Kan je daar voorbeelden van geven?

Ik ben bestuurder van een cultureel centrum, dus ik ontmoet mensen van verschillende nationaliteiten, talen, culturen. Die mix heeft me verrijkt. Mijn vrouw is van Haïtiaanse afkomst. Ze heeft een dochter in de Verenigde Staten, dus nu spreek ik Engels. Ik spreek ook Nederlands. Ik begrijp Braziliaans, ik heb Braziliaanse en Colombiaanse vrienden… Eigenlijk verrijken de mensen die je ontmoet je leven. Als je eenmaal openstaat, wordt het allemaal heel gemakkelijk.

Wat hoopte je zelf te beleven of op te steken toen je begon als vrijwilliger?

Dingen leren die ik jammer genoeg nooit gekend heb. Mijn grootouders zijn gestorven toen ik nog maar 10 of 12 was. Ook langs moederskant. Mijn ouders zijn ook overleden, mijn moeder toen ik 30 was. Oudere mensen heb ik dus eigenlijk nooit echt gekend. En door me open te stellen en te proberen hen te leren kennen, ben ik daar dichter bij gekomen. Het is een ervaring, een vreugde ook om herinneringen te ontmoeten die ik zelf niet gekend heb.

Wat motiveerde je om net bij Clos Bizet vrijwilliger te worden?

Het delen. Goedendag zeggen, vragen hoe het gaat, iets vertellen… echt uitwisselen, dat is wat mij interesseert. En ik heb geen financiële zorgen, dus ik kan kiezen. Ik kom wanneer ik wil, zo vaak mogelijk, omdat het me plezier doet. Als ik hier binnenkom, is dat altijd met een glimlach en vreugde.

Heb je voorbeelden van wat het met jou gedaan heeft?

Een van mijn mooiste voorbeelden is Joseph. Hij is zelfs bij mij thuis geweest, heeft me geholpen, was echt aanwezig. Ik zag hem bijna als een nieuwe vader. We hebben samen een stukje levensweg afgelegd, we hebben elkaar gegeven wat we konden. Vreugde, communicatie, momenten rond projecten, of gewoon gesprekken. Ik denk dat het hem goed gedaan heeft, en mij ook. Zo’n relatie had ik gemist. Ik heb er het beste uitgehaald. En nu is het soms gewoon een herinnering, een gedachte. Zoals dat stukje hout in het insectenhotel dat hij een uur lang heeft uitgeboord. Als ik dat zie, zie ik meteen zijn gezicht voor me.

Thérèse hield van naaien. Haar naaikist was echt versleten, kapot, gevaarlijk zelfs. Ze vond er niets meer in terug. Ik heb die voor haar gerepareerd. Uren werk, maar met plezier, met zorg. Haar glimlach, haar ogen toen ze hem terugzag… Ze zei: “Nog nooit heeft iemand zoiets voor mij gedaan.” Dan voel je je benen even niet meer. Wat een cadeau… niet becijferbaar. Ik besefte dat ze overleden was toen ik haar zoon zag vertrekken met de naaikist. Op een bepaalde manier keert die herinnering terug naar haar plek.

Heb je een specifiek doel als vrijwilliger?

Een doel? Nee. Eerder een wens. Een doel is iets meetbaars. Gevoelens zijn per definitie iets dat je beleeft. Je kan ze niet meten. Maar hier ben ik gelukkig zoals ik ben. Ik ben blij met wat ik zie: een hallo, een dank je, of gewoon een blik. Dat is genoeg.

Zou je anderen aanraden om vrijwilligerswerk te doen? Waarom?

Ja, want het brengt echt iets. Je geeft niet met de hoop iets terug te krijgen. Maar je geeft…. Het is concreet. Hulp, binnen vrijwilligerswerk, ook bij kinderen, daar zie je meteen het resultaat van. Het wordt niet betaald. De waarde zit in de ogen van de ander, in de glimlach. En soms zijn er geen grote inspanningen nodig. Gewoon open en ontvankelijk zijn. En dan, ja, dan krijg je iets terug, soms veel meer dan wat je gaf. Een klein gebaar, een schouderklopje, een glimlach… Je wint erbij. Ongelooflijk.

Hoe zou je vrijwilligerswerk beschrijven aan iemand anders?

Ik zou zeggen: het is een positieve daad. Open en aandachtig zijn voor anderen. Een heel eenvoudige manier om te bestaan.

In het Nederlands zeggen we “vrijwilligerswerk”. Veel mensen vinden dat woord niet kloppen. Heb jij een beter woord?

“Bénévole” betekent: niet betaald voor een daad. Vrijwilligerswerk is een stap naar de ander. Geen berekening. Gewoon een handeling, een gevoel naar de persoon die daar is. Dan wordt vrijwilligerswerk geen werk. Het is geen vacature. Het is iets wat je wil. En ik wil het. Dat verandert alles. Het is eerder “vrijwilligers-actie” dan “vrijwilligerswerk”, ja. Je moet naar de ander toe willen. Sommige mensen wantrouwen alles. Een vrijwilliger is iemand die juist naar de ander toe wil. En dat is mooi. Dat moet aangemoedigd worden. Maar je moet wel zelf die eerste stap zetten.

Als je een naam zou moeten geven aan wat je doet in Clos Bizet?

Een naam voor wat ik doe in Clos Bizet? Dat is heel moeilijk. Ik heb daar een woordenboek voor nodig. Alle woorden die ik hier leer: geluk, vreugde, oprechtheid, werkelijkheid soms… soms verlies en gebrek aan morgen. Dat alles vloeit samen. Ik tel niet, ik reken niet, ik tel alleen mijn goede momenten. En alle tijd die ik kan geven, geef ik.

Is er nog iets wat je graag zou toevoegen?

Ja. Ik denk heel veel aan allen hier. Morgen kan alles anders zijn. Herinnering is een vorm van verrijzenis, leven na het leven. Dus ik denk aan iedereen hier. Dat doet deugd. Mijn kleine wereld wordt steeds groter. Elke nieuwe persoon is een leven erbij. Zelfs degenen die er niet meer zijn, zijn er nog altijd. En dat is mooi.

Wat is het mooiste project dat je in Clos Bizet hebt gedaan?

Eén van de eerste dingen was het insectenhotel. We hebben toen zo’n plezier gehad. Ik herinner me die sessie met de stokjes die we rechtop op tafel zetten, en sommigen die ze met plezier omduwden. Maar mijn mooiste herinnering is een fluitconcert met bamboe. We hebben een hele namiddag gelachen, helemaal niets gedaan eigenlijk. Maar het is één van de mooiste herinneringen. We moesten bamboestokjes zagen en knippen om in houten kistjes te stoppen voor het hotel. Maar iedereen nam gewoon een stuk bamboe en begon erop te fluiten. Sommigen konden het niet, maar bij anderen lukte het echt. We maakten muziek en we lachten… Dat is het beste medicijn!