In woon- en zorghuis La Chartreuse in Luik ademt elke gang geschiedenis. Het gebouw, ooit een klooster van de kartuizerorde, herbergt nog steeds de sfeer van stilte en bezinning die de muren eeuwenlang omringde. Maar voor één bewoner, J.-P. Brognez, bleef er nog een raadsel hangen in de lucht.
Telkens wanneer hij met zijn vrouw langs de gangen van het gelijkvloers wandelde, keek hij omhoog naar de stenen gezichten boven de roze marmeren deuromlijstingen. Acht busteportretten, bijna allemaal met een baard, en met een blik vol rust. “Mais qui sont donc ces barbus?” vroeg hij zich af.
De voormalige rijkswachter in hem liet het niet los. Een mysterie in eigen huis vroeg om een grondig onderzoek.
Een stukje geschiedenis
Zijn speurtocht leidde hem naar het verleden van La Chartreuse. Het klooster werd in de 11e eeuw gesticht door de kartuizerorde van Sint-Bruno, en bleef bewoond door monniken tot 1794. Nadien namen verschillende religieuze gemeenschappen het pand over, waaronder de Petites Sœurs des Pauvres, die er zieken en behoeftigen verzorgden.
Bij de renovatie bleef de architect gevoelig voor het erfgoed en liet hij een reeks elementen behouden — waaronder de acht gebeeldhouwde medaillons boven de deuren van de voormalige kloostercellen.
De gezichten krijgen namen
Met oog voor detail en een flinke portie nieuwsgierigheid identificeerde J.-P. de figuren één voor één.
De engel Gabriël, symbool van zuiverheid.
Sint-Jacob, herkenbaar aan de pelgrimsschelpen op zijn mantel.
Sint-Andreas met zijn kruis in X-vorm.
Sint-Jan de Doper met zijn staf, teken van bekering.
Sint-Sebastiaan, getroffen door pijlen, symbool van volharding.
Sint-Jozef, met het kind Jezus in de armen.
En misschien ook Sint-Pieter en natuurlijk Sint-Bruno, de stichter zelf. Over deze twee is de onderzoeker niet 100% zeker.
Elk beeld vertelt een verhaal. En samen herinneren ze aan de stilte, de gebeden en het geloof dat ooit door deze gangen weerklonk.